Eindejaarstips 2018 voor de directeur-grootaandeelhouder, werkgever en werknemers

Dga: beoordeel uw verzekeringsplicht

Bent u statutair bestuurder van een bv, en heeft u al dan niet rechtstreeks aandelen in die bv? Dan kan het zijn dat u voor de toepassing van de werknemersverzekeringen wordt aangemerkt als directeurgrootaandeelhouder (dga). In dat geval bent u niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Dat geldt sinds 1 januari 2016 ook als u statutair bestuurder bent van een holding die weer bestuurder is van haar dochtervennootschap. Dat blijkt uit de zogenaamde Regeling aanwijzing dga uit 2016. Die regeling is niet altijd even duidelijk. Misschien bent u door die nieuwe regeling inmiddels verzekeringsplichtig geworden, of is juist het omgekeerde het geval. Mogelijk is de feitelijke situatie de afgelopen tijd veranderd. Laat daarom zo snel mogelijk uw verzekeringsplicht opnieuw beoordelen.

 

Check de mogelijkheden van de werkkostenregeling!  

Binnen de werkkostenregeling, mag u als werkgever (maximaal) 1,2% van het totale fiscale loon van al het personeel besteden aan vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen aan het personeel. Dit wordt ook wel de vrije ruimte genoemd. Hierover hoeft u geen loonbelasting te betalen. Over het bedrag daarboven geldt 80% eindheffing. De vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen moeten wel zijn aangewezen als eindheffingsloon.  

U moet daarnaast rekening houden met het gebruikelijkheidscriterium. Dat houdt in dat vergoedingen en verstrekkingen maximaal 30% mogen afwijken van wat er in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Het moet dus gebruikelijk zijn dat uw werknemer vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van een bepaalde omvang belastingvrij krijgt en dat u de loonbelasting/premie volksverzekeringen via de eindheffing voor uw rekening neemt.  

De Belastingdienst past een doelmatigheidsmarge toe: vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen tot maximaal € 2.400 per persoon per jaar worden sowieso als gebruikelijk gezien. Als de vrije ruimte dit toelaat, kunt u hier dus sowieso vanuit gaan.  

Benut de vrije ruimte van 2018 goed. Heeft u nog ruimte in de vrije ruimte? Dan kunt u misschien uw werknemers dit jaar nog belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen geven. U kunt een ongebruikt deel van de vrije ruimte namelijk niet doorschuiven naar een volgend jaar.  

Let ook op zaken waarvoor vrijstellingen en nihilwaarderingen bestaan. Hierover is nooit loonbelasting verschuldigd én deze gaan niet ten koste van de vrije ruimte. Dubbel voordeel dus.  

Pas eventueel de concernregeling toe. Dan ontstaat in feite een gezamenlijke vrije ruimte die uitgewisseld kan worden tussen concernmaatschappijen.

 

Voorkom belasting over een extra beloning: dividend in plaats van loon  

Drijft u uw onderneming via een bv, en wilt u dit jaar uzelf nog een bonus uitkeren? Door dividend uit te keren in plaats van een bonus, voorkomt u een hogere belasting. Over extra loon moet u namelijk maximaal 51,95% inkomstenbelasting betalen terwijl u over een dividenduitkering gecombineerd maximaal circa 44% belasting betaalt.  

Let op: Voor het uitbetalen van dividend moeten wel een balanstest en uitkeringstoets worden verricht. Ga dit altijd na.

 

Beoordeel de toepassing van de DBA  

Het is niet altijd even duidelijk of de persoon die arbeid voor u verricht bij u in (fictieve) dienstbetrekking (loondienst) is dan wel dat er sprake is van een overeenkomst van opdracht. Sinds 1 mei 2016 geldt de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA). Die wet biedt u de mogelijkheid om zekerheid te krijgen. Dit kan door de overeenkomst van opdracht ter goedkeuring voor te leggen aan de Belastingdienst of door gebruik te maken van een modelovereenkomst van de website van de Belastingdienst.  

U bent niet verplicht om een (model)vereenkomst aan de Belastingdienst voor te leggen en goedgekeurd te krijgen. Dit kan echter wel verstandig zijn. Als u een goedgekeurde (model)overeenkomst heeft, werk dan altijd volgens de voorwaarden van de overeenkomst.  

Omdat de Wet DBA niet heeft gebracht wat ervan was verwacht, streeft het kabinet ernaar om die regeling per 1 januari 2020 te vervangen. In de periode tot 1 januari 2020 handhaaft de Belastingdienst niet, behalve bij kwaadwillenden. Bent u dus niet kwaadwillend, dan krijgt u geen naheffingen of boetes als achteraf blijkt dat de opdrachtnemer toch bij u in loondienst werkte.  

Volgens de Belastingdienst bent u kwaadwillend als u ‘opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat u weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast).’

 

Uitfasering pensioen in eigen beheer  

Heeft u nog pensioen in eigen beheer? Dan kunt u tot 1 januari 2020 nog kiezen voor het afkopen van dat pensioen of het omzetten in een oudedagsverplichting. Heeft u uw pensioen nog niet afgekocht, dan kunt u dat in 2018 en 2019 nog doen. Bij afkoop in 2018 geldt een afkoopkorting van 25%. Voor 2019 geldt een afkoopkorting van 19,5%. Afkopen in 2018 is dus voordeliger.

 

Beoordeel uw (gebruikelijk) loon  

Bent u dga? Dan wordt u geacht ten minste een ‘gebruikelijk’ loon te hebben. U kunt dit loon zelf vaststellen. Uw gebruikelijk loon is ten minste gelijk aan het hoogste van de drie volgende bedragen:  

  • 75% van het loon uit de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’;
  •  het hoogste loon van de overige werknemers binnen de onderneming of daarmee verbonden lichamen;
  • € 45.000. 

Soms mag u een lager gebruikelijk loon hanteren dan € 45.000. Voor dga’s in startups die zich bezig houden met speur- en ontwikkelingswerk en worden gezien als starter voor de S&O- afdrachtvermindering, wordt het gebruikelijke loon niet hoger gesteld dan het wettelijke minimumloon.  

Let op: U kunt het loon dat u al heeft genoten, niet met terugwerkende kracht verlagen.

 

Voorkom bijtelling bestelauto’s voor personeel  

Heeft uw onderneming bestelauto’s die aan het personeel ter beschikking worden gesteld? Dan moeten de werknemers in principe belasting betalen over de bijtelling voor het privégebruik. Rijdt uw werknemer op jaarbasis minder dan 500 km privé met deze bestelauto? Dan kan hij, net als voor een personenauto, voor een bestelauto een ‘Verklaring geen privégebruik auto' aanvragen. Er zijn daarnaast speciale mogelijkheden om bijtelling te voorkomen als de werknemer sowieso niet privé kan/mag rijden met de bestelauto. Denk daarbij aan:  

  • een niet buiten werktijd te gebruiken bestelauto (auto ‘achter het hek’);
  • verbod op privégebruik bestelauto;
  • verklaring uitsluitend zakelijk gebruik.
 

U moet het privégebruik dan wel onmogelijk maken en het autogebruik ook periodiek controleren. Voor het verbod op privégebruik kunt u eventueel gebruik maken van een voorbeeldafspraak die u kunt downloaden van www.belastingdienst.nl.  

Als de bestelauto’s doorlopend afwisselend worden gebruikt en het privégebruik per werknemer niet te bepalen is, dan mag u kiezen voor eindheffing van € 300 per bestelauto. 

Let op: als de bestelauto door de aard en inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen, dan hoeft geen forfaitaire bijtelling in aanmerking te worden genomen.

 

Sluit uw lening voor uw eigen woning over bij de eigen bv  

Heeft u een lening voor uw eigen woning bij een bank en heeft u ook een eigen bv? Dan kunt u de lening misschien beter onderbrengen bij uw eigen bv. Dit kan u geld opleveren ten opzichte van de huidige situatie. Belangrijk is wel dat de bv voldoende geld beschikbaar houdt voor de onderneming. De bv en u moeten wel altijd voldoende zakelijk handelen, maar ook dan kan herfinanciering voordelig zijn.  

Let op: ook als u de lening bij uw bv aangaat voor iets anders dan de eigen woning, kan het voordelig zijn om de lening over te zetten naar de eigen bv. Let er dan wel op dat als het aan het kabinet ligt, u vanaf 2022 inkomstenbelasting moet gaan betalen wanneer het totaalbedrag aan leningen boven de € 500.000 uitstijgt. Het meerdere wordt dan als inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2 belast tegen, naar het zich nu laat aanzien, 26,9%. De exacte regeling wordt naar verwachting in 2019 bekend.

 

Ga na of u alle overeenkomsten met de bv heeft vastgelegd  

De dga en de bv worden nogal eens als één gezien. Strikt genomen is dat natuurlijk niet zo. Dat betekent dat alle overeenkomsten tussen de bv en de dga schriftelijk moeten worden vastgelegd. Ga daarom na of dat voor alle overeenkomsten (arbeidsovereenkomst, pensioenovereenkomst, leningovereenkomst e.d.) is geregeld.

 

Zorg voor een verklaring geen privégebruik auto  

Als u uw auto van de zaak ook privé gebruikt, dan krijgt u een bijtelling. Rijdt u op jaarbasis maximaal 500 kilometer privé dan kunt u de Belastingdienst vragen om een ‘Verklaring geen privégebruik auto’. Daarmee wordt de auto niet tot uw loon gerekend. Denk er wel aan dat u ook dan nog moet kunnen bewijzen dat u in het jaar niet meer dan 500 km privé heeft gereden. In het algemeen neemt de Belastingdienst met minder dan een sluitende kilometeradministratie geen genoegen.

 

Fiscale subsidie: gebruik de LIV  

U kunt als werkgever een tegemoetkoming krijgen om bijvoorbeeld mensen met een laag inkomen aan te nemen. Dit LIV (lageinkomensvoordeel) is een fiscale subsidie voor het in dienst hebben van mensen die een salaris hebben tot maximaal 120% van het wettelijk minimumloon.

 Het voordeel op de loonkosten per in dienst genomen werknemer is maximaal € 2.000 per werknemer per jaar.

U hoeft het LIV niet aan te vragen. Het UWV beoordeelt op basis van de polisadministratie voor welke werknemers u recht heeft op het LIV. Daarvoor is het gemiddeld uurloon van de betreffende werknemers en het aantal verloonde uren (ten minste 1.248 per kalenderjaar) van belang. Vul dus in uw aangifte ook het aantal verloonde uren goed in. De Belastingdienst betaalt het LIV over 2018 in 2019 automatisch aan u uit.  

Sinds 1 januari 2018 kunt u onder voorwaarden ook in aanmerking komen voor de zogenaamde jeugd-LIV.

 

Fiscale subsidie: gebruik de LKV  

Als werkgever krijgt u sinds 1 januari 2018 geen premiekortingen meer voor jongere, oudere en arbeidsgehandicapte werknemers. Voor jongere werknemers geldt nu de jeugd-LIV. Voor de andere groepen gelden nu de zogenaamde loonkostenvoordelen (LKV). Ga snel na of u de LKV kunt krijgen.  

Voor oudere werknemers (56 jaar en ouder) en voor arbeidsbeperkte werknemers die nieuw in dienst komen, geldt gedurende maximaal 3 jaar een LKV van € 3,05 per verloond uur met een maximum van € 6.000 per kalenderjaar.  

Voor arbeidsbeperkte werknemers die herplaatst worden bedraagt het LKV gedurende maximaal 1 jaar € 3,05 per verloond uur met een maximum € 6.000 per kalenderjaar.  

Het LKV voor werknemers uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden bedraagt € 1,01 per verloond uur en maximaal € 2.000 per kalenderjaar voor maximaal 3 jaar.

 De loonkostenvoordelen zijn per werknemer lager dan de premiekortingen, maar er zijn meer werkgevers die gebruik kunnen maken van de loonkostenvoordelen. Kleine ondernemers kunnen bovendien de volledige tegemoetkoming krijgen, in plaats van vergoeding van een deel van de premies.  

Let op: om voor uw werknemer LKV te kunnen ontvangen, moet u een kopie van de doelgroepverklaring van uw werknemer hebben. Zorg ervoor dat u uw werknemer daarvan tijdig op de hoogte brengt. Uw werknemer moet namelijk uiterlijk binnen drie maanden nadat hij bij u in dienst is getreden de doelgroepverklaring aanvragen bij UWV of de gemeente. Na die drie maanden heeft hij geen recht meer op die doelgroepverklaring en kunt u geen LKV meer aanvragen voor deze werknemer. 


Colofon

Dit document ‘RB-special: Eindejaarstips 2018’ is een uitgave van het Register Belastingadviseurs (RB).  

Dit is een jaarlijkse uitgave en is met zorg voor u samengesteld. Ondanks de zorgvuldige samenstelling van de inhoud van deze notitie kunnen wij geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor schade, direct dan wel indirect, ten gevolge van eventuele fouten, vergissingen of onvolledigheden van de aangeboden informatie.